Wetten in Nederland
In ieder land gelden er gedragsregels. In Nederland hebben we met elkaar een aantal zaken afgesproken als het gaat om gedrag, die we wenselijk vinden en daarom in stand willen houden. Dergelijke gedragsregels liggen vastgelegd in wetten. Een wet is daarmee een geschreven gedragsregel die we kunnen toetsen aan het recht. Een rechter kan uitspraak doen over overtreding van wetten en hier een sanctie aan koppelen.
Bekende wetten:
Algemene wet bestuursrecht
Grondwet
Particiepatiewet
Pensioenwet
Vreemdelingenwet
Wetboek van strafrecht
Verschillende soorten
Wetten kunnen opgedeeld worden in een aantal categorieën. De basis van alle wetten in ons land is de Grondwet. Deze schrijft fundamentele wetten voor, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting. Een wijziging van de Grondwet vindt daarom niet vaak en niet gemakkelijk plaats. Naast de Grondwet kennen we Rijkswetten, die gelden in ons gehele koninkrijk. Voor alle gebieden die onder Nederland vallen, gelden er eveneens specifieke wetten. Daarnaast worden er verschillende wetten onderscheiden in enerzijds het Europese Nederland en het Caribische gedeelte van Nederland, ook wel de BES-eilanden genoemd.
Van voorstel tot wet
Omdat veel mensen geconfronteerd wordt met een wet, dient deze grondig ontworpen worden. De eerste stap in dit proces is een wetsvoorstel. Deze worden langs de politiek geleid, waarna de regering kan overgaan tot het in werking laten treden van een wetsvoorstel. In dat geval verkrijgt het wetsvoorstel de definitieve status van een wet. In sommige gevallen kan de regering besluiten om burgers en het bedrijfsleven om hulp te vragen. Men kan dan een mening geven over het wetsvoorstel, die mogelijk van invloed kan zijn in het proces van wetsvoorstel tot wet. Uiteindelijk brengt de regering naar buiten welke wetsvoorstellen uitgevoerd zullen worden als wet en per wanneer.
Totstandkoming wetsvoorstel
De Eerste en de Tweede Kamer van Nederland vormen samen de wetgevende macht in ons land. Voordat een regering een wetsvoorstel de status van een wet kan geven, dient de Eerste en de Tweede Kamer hun licht te laten schijnen op het wetsvoorstel in kwestie. Soms kunnen ook niet-regeringsleden, maar Kamerleden een wetsvoorstel indienen. Meestal begint een wetsvoorstel echter bij ministers en staatssecretarissen, die de opdracht geven om een wetsvoorstel uit te zoeken en op papier te zetten.
Advisering
Een wetsvoorstel wordt altijd eerst voorgelegd aan een besloten groep ambtenaren, voordat deze definitief openbaar wordt. Dit wordt een onderraad genoemd. Pas als het wetsvoorstel definitief is, treden alle ministers in overleg over het wetsvoorstel in een speciale ministerraad. Na hun akkoord wordt het wetsvoorstel doorgestuurd naar de Raad van State, die checkt of het wetsvoorstel überhaupt uitvoerbaar is en bovendien niet in strijd is met wetten uit onze Grondwet. Pas als al deze stappen van advisering zijn doorlopen, kan het wetsvoorstel richting de wetgevende macht: de Eerste en de Tweede Kamer.
Tweede Kamer
De leden van de Tweede Kamer krijgen als eerste de kans om te discussiëren over een wetsvoorstel. Dit gebeurt in een plenair debat waarbij alle partijen hun zegje mogen doen. Mogelijk worden er wijzigingen voorgedragen, waarover gestemd moet worden. Wordt er voor een wijziging gestemd, dan moet deze toegepast worden in het wetsvoorstel. Na afloop van de stemmingen over wijzigingen in het wetsvoorstel, volgt er een definitieve stemming. Als het wetsvoorstel in zijn geheel deze stemming overleeft, is het dicht bij uitvoering.
Eerste Kamer
De laatste stap die gezet wordt in het proces van wetsvoorstel tot wet is de behandeling in de Eerste Kamer. Pas als zij met een meerderheid stemmen voor het wetsvoorstel, kan deze omgezet worden in een definitieve wet. De leden van de Eerste Kamer mogen, in tegenstelling tot de leden van de Tweede Kamer, geen wijzigingen meer voorstellen. Daarmee is het erop of eronder voor het wetsvoorstel in de Eerste Kamer. Pas bij grote bezwaren kan een minister overgaan tot een nadere wijziging van het wetsvoorstel.
Inwerkingtreding
Nadat een wetsvoorstel ook de Eerste Kamer heeft overleefd, kan het ondertekend worden om zo omgezet te worden tot een wet. Deze ondertekening wordt door zowel door verantwoordelijke minister als de Koning gedaan. Hiermee kan de wet opgenomen worden in het betreffende wetboek. Vervolgens wordt de wet gepubliceerd in het zogenaamde Staatsblad en wordt het tijdstip bekend gemaakt waarop de wet in werking treedt.
Een wet van kwaliteit
Niet iedere wetsvoorstel overleeft de overgang naar wetgeving. Er hangen namelijk strenge kwaliteitseisen aan wetten. Enerzijds zijn er enkele factoren afgesproken die in algemene zin de kwaliteit van een wet aangeven. Zo wordt er gekeken of de wet uitvoerbaar is en te handhaven is. Hierbij is het belangrijk dat onder meer de politie en de rechters hun werk kunnen doen bij controle op de wet. De wet moet duidelijk te begrijpen en te interpreteren zijn, zodat er geen ambiguïteit kan ontstaan over de toepassing ervan. Tot slot is het belangrijk dat de wet niet in strijd is met onder meer de Grondwet en internationale verdragen. Verder kan de minister van Veiligheid en Justitie nog een extra kwaliteitstoets laten uitvoeren.