Artikel 4 van de grondwet behandelt het kiesrecht. Dit is een klassiek grondrecht. Het komt erop neer dat iedere Nederlander het recht heeft om leden van vertegenwoordigende organen te kiezen. Ook is er de mogelijkheid om zelf verkozen te worden, door jezelf verkiesbaar te stellen. Deze verkiezingen dienen vrij uitgeschreven te zijn en er mag geen enkele druk worden uitgeoefend op degene die gaat stemmen. Ook is degene die stemt niet verplicht om openbaar aan te geven op wie hij of zij gestemd heeft. De grondslag heeft duidelijk een democratische functie; iedere Nederlander is vrij om te kiezen op wie of zij wil stemmen. Hiermee heeft de Nederlander invloed op het bestuur van het land en kan zij of hij hiermee invloed uitoefenen door de stemmen op de partij die zijn of haar voorkeur geniet.
Artikel 4: Kiesrecht
In het kiesrecht wordt verondersteld dat het belangrijk is dat er een politieke structuur ontstaat waarbij meerdere partijen vertegenwoordigd zijn. Het laat burgers dan ook vrij om politieke partijen op te richten, dit met als doel om zoveel mogelijk diversiteit in het politieke landschap aan te brengen. Hierbij stelt de overheid zichzelf ook als doel om politieke activiteiten zo goed mogelijk te faciliteren en indien nodig, ook de financieren. Ook is in het kiesrecht opgenomen dat burgers voldoende worden geïnformeerd moeten worden over de verschillende keuzemogelijkheden zij hebben als gaat om de politieke partijen in Nederland waar zij op kunnen stemmen.