Artikel 1 Grondwet

In de grondwet wordt in artikel 1 de wet op gelijke behandeling en het discriminatieverbod beschreven. Iedereen die zich in Nederland bevindt wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Het is in ons land verboden om iemand te discrimineren op basis van godsdienst, politieke voorkeur, levensovertuiging, geslacht, ras of op welke grond dan ook. De oorsprong van deze wet komt voort uit het gelijkheidsbeginsel. Hierbij geeft de wet de opdracht aan rechters, wetgevers en bestuurders om mensen in gelijke gevallen op een gelijke manier te behandelen.

Artikel 1: Gelijke behandeling en discriminatieverbod

Iedereen in Nederland moet op dezelfde manier worden behandeld. Dit gaat op voor vergelijkbare gevallen. Op het moment dat er verschillende eisen worden gesteld aan iets of iemand mogen er wel verschillen optreden. Bijvoorbeeld als er binnen een bedrijf meerdere functies worden uitgeoefend, waar verschillende eisen aan worden gesteld, dan mogen deze functies wel verschillend worden beloond. De eisen op het gebied van opleidingsniveau en ervaring zullen per functie hierbij verschillend zijn. Iemand die op de werkvloer werkt en productietaken uitvoert, zal bijvoorbeeld minder verdienen dan de directeur die leidinggeeft aan het hele bedrijf. Maar als twee medewerkers (bijvoorbeeld een man en een vrouw) een gelijke functie uitoefenen, is het verplicht om hiervoor hetzelfde salaris uit te betalen. Als dit niet het geval is, kan een medewerker hiervoor zijn of haar recht uitoefenen op basis van artikel 1 en aan de rechter vragen om hetzelfde salaris te ontvangen als haar mannelijke of vrouwelijke collega.